Zowel chemisch als ecologisch moet Nederland in 2027 het water op orde hebben, anders kunnen er boetes opgelegd worden vanuit de Europese Unie. Maar het ziet er niet naar uit dat we de KRW doelen gaan halen. Betekent dit dat we, net als bij de stikstofproblematiek, ook door de KRW grote belemmeringen gaan ervaren bij het uitvoeren van activiteiten en het ontwikkelen van bouwplannen?
Noodklok geluid
Op 11 mei jl. heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) een advies overhandigd aan minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. In het advies 'Goed water goed geregeld' wordt de noodklok geluid. Maar een klein percentage van de wateren in Nederland verkeert in goede toestand. Zo voldeed in 2020 slechts 10% van de oppervlaktewateren aan de normen voor biologische waterkwaliteit. De voornaamste reden dat de overige 90% niet voldeed, was te wijten aan een te hoge belasting met de meststoffen stikstof en fosfaat.
Doelstelling KRW
Grofweg heeft de KRW drie doelstellingen, die gefaseerd ingevoerd worden. Per december 2009 geldt al een verbod op achteruitgang van de kwaliteit van de oppervlaktewateren. Vervolgens is in 2015 een verbeteringsvereiste ingevoerd. Op dat moment moet het maatregelenprogramma in werking zijn dat verplicht is op grond van de KRW om de grondwateren te beschermen, te herstellen en te verbeteren. Uiteindelijk is de doelstelling dat er eind 2027 een goede grondwatertoestand bereikt is. De verplichtingen uit de richtlijn zijn in Nederland voornamelijk geïmplementeerd via de Waterwet en de Wet milieubeheer. Per 1 januari 2024 gaan deze op in de Omgevingswet en bijbehorende regelgeving.
Arrest Doñana; een keerpunt?
Op 24 juni 2021 is er door het Europese Hof van Justitie een belangrijk arrest gewezen, waarin de urgentie ten aanzien van de doelstellingen van de KRW onderstreept is (HvJ EU 24 juni 2021, C-559/19 (Doñana). Het arrest ging over de negatieve effecten die natuurgebied Doñana ondervindt van de vele wateronttrekkingen ten behoeve van de intensieve aardbeienteelt. In het arrest is het Hof dieper ingegaan op de betekenis en uitwerking van de KRW doelstellingen in de praktijk. Zo moet bij de beoordeling al het menselijk handelen betrokken worden om te bepalen of een activiteit niet leidt tot een grotere onbalans tussen onttrekking en aanvulling. Ook moet beoordeeld worden of maatregelen nodig zijn om de verbeteringsdoelstellingen te halen. Dit maatregelenprogramma moet geschikt zijn om binnen de voorgeschreven termijnen een goede toestand te bereiken.
De conclusie van het Hof was dat Spanje te weinig doet om de KRW doelstellingen te halen en bovendien onvoldoende informatie heeft over de toestand van het grondwater ter plaatse. Inmiddels is duidelijk dat Spanje sinds de uitspraak onvoldoende actie heeft ondernomen om de grondwatertoestand te verbeteren. Daarom heeft de Europese Commissie recent een zeer duidelijke waarschuwing aan Spanje afgegeven om hen alsnog tot actie te manen. Doen zij dat niet, dan volgen er strenge sancties.
Grondwatertoestand in Nederland
Maar in Nederland begint de situatie ook dringend te worden. Naast de eerder genoemde slechte waterkwaliteit, leiden de droge zomers in combinatie met een toenemend aantal grondwateronttrekkingen tot dalende grondwaterstanden. Dat kan gevolgen hebben voor drinkwatervoorziening of landbouw. Maar het kan ook leiden tot meer bos- en natuurbranden. Problematisch is echter dat veel onttrekkingen vergunningsvrij zijn waardoor er weinig toezicht en monitoring is. En dat is één van de punten waarom Spanje door het Europese Hof op de vingers is getikt.
Advies Raad voor de leefomgeving en infrastructuur
In hun advies worden door de Rli drie redenen gegeven waarom de KRW doelstellingen in Nederland niet gehaald worden. Te weinig gevoel voor urgentie, te vrijblijvende overheidsafspraken en een gebrekkige beleidsinvulling en -uitvoering. Daarom zijn er vijf aanbevelingen gedaan in het advies. Voor het ruimtelijke spoor worden meer vergunning- en meldingsplichten geadviseerd en strenger beleid met verplichtende maatregelen.
Politieke discussie
Naar aanleiding van het Rli advies heeft minister Harbers op 30 juni (mede namens de andere betrokken ministers) een kamerbrief geschreven, waarin hij ingaat op de aanbevelingen. Hij geeft daarbij ook aan dat het onwaarschijnlijk is dat een situatie ontstaat die vergelijkbaar is met het stikstofdossier. Dit komt doordat de KRW doelen meer divers zijn, het doelbereik verschilt per waterlichaam, en de effecten van economische activiteiten veelal lokaal zijn. Inmiddels is bekend dat in de Tweede Kamer een Kamermeerderheid is voor een meldplicht. Een vergunningsplicht wordt overwogen.
Gevolgen voor de praktijk
Op dit moment zijn vooral de grotere grond- en oppervlaktewateronttrekkingen vergunningsplichtig. Een vergunningsplicht voor kleinere onttrekkingen van grondwater raakt vooral waterschappen en boeren en andere partijen die relatief kleine hoeveelheden water onttrekken. Nu geldt daar immers alleen een meldplicht of ze zijn meldingsvrij. In 2021 concludeerde de Studiegroep Grondwater dat een vergunningsplicht voor alle grondwateronttrekkingen niet uitvoerbaar is. Omdat het wel nuttig en noodzakelijk is om alle onttrekkingen in beeld te hebben, wil het kabinet in ieder geval een meet- en registratieplicht invoeren voor alle wateronttrekkingen. Dit om inzicht te krijgen in de grondwaterstanden en de hoeveelheid water die jaarlijks onttrokken wordt. Deze gegevens kunnen vervolgens worden gebruikt voor het opstellen van een grondwaterplafond. Ook wordt ingezet op de reductie van de uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Provincies krijgen een belangrijke rol in het geheel via de gebiedsprogramma’s. Op die manier wordt geprobeerd om alsnog de doelstellingen van de KRW tijdig binnen bereik te krijgen.
Meer weten over dit onderwerp?
Neem dan contact op met: