Stroomgebieden in Europa

29 juli 2021

De hoosbuien die halverwege juli vielen zorgden voor veel schade en wateroverlast in onder meer Limburg, het Ruhrgebied en het oosten van België. Komende jaren zal de hoeveelheid regen én het aantal extreme regenbuien toenemen. Daarnaast blijven zware buien vaker ‘hangen’ op een plek (NRC 18 juni). Ons land zal zich dus beter moeten uitrusten tegen dergelijke buien om overlast te voorkomen.

P00080_PFA_20210728_Europese rivieren en stroomgebieden_visie_2022.jpg

Gelukkig hebben de maatregelen die in ons land na 1995 zijn genomen, ‘De Maaswerken’ en 'ruimte voor de rivier', erger leed voorkomen. De Maas werd verbreed en verdiept, kades en dijken werden versterkt, uiterwaarden verlaagd en hoogwatergeulen en waterbergingsgebieden aangelegd.

Waar de gebieden langs de Maas grotendeels gespaard bleven, werden inwoners langs beken in Zuid-Limburg compleet overvallen door het wassende water. De hoeveelheid water die vanuit het heuvelachtig gebied via de beken de Maas instroomde was enorm. Het grip krijgen op de afvoer van deze beken vraagt om een andere aanpak dan voor de Maas.

Kijkend naar het landschap binnen het stroomgebied van de Maas en de locaties waar veel schade en overlast is geweest zien we het volgende:

  • Regen die valt op hoge plateaus en terrassen verzamelt zich via de hellingen in de dalen, waar van oudsher wegen lopen en dorpen liggen. Hier ontstaan problemen omdat het water door de hellingen weinig ruimte heeft en zich snel ophoopt (Durbuy, Geleen). De buffering van water op de hoge delen bleek onvoldoende. Waterbassins zijn er te weinig, en bovendien niet ingericht op deze zware belasting.
  • Het water vindt zijn weg naar de hoofdrivier en zorgt voor een stijging van de waterstand. Van boven- naar benedenstrooms zorgt dit voor een soort vloedgolf. Omdat de Maas een regenrivier is (uitsluitend gevoed door regen- en / of grondwater), kan de waterstand bij deze hoeveelheden enorm stijgen. Dit legt grote druk op de dijken langs de rivier (Roermond, Arcen). Daar waar zijrivieren / beken aantakken op de hoofdrivier ontstaan door opstuwing van het water extra problemen.

Het totale watersysteem en ruimtelijke ordening

Om met name de waterhuishouding van het heuvelland op orde te krijgen vragen wij meer aandacht voor een integrale beschouwing van het totale watersysteem binnen een stroomgebied en de daarmee samenhangende ruimtelijke ordening. Dit vraagt naast optimalisaties binnen het watersysteem om aanpassingen van de huidige ruimtelijke ordening. Meer afstemming is nodig tussen waterschappen (beken), Rijkswaterstaat (rivieren) en gemeenten (lokaal). Zet het stroomgebied - en daarmee het landschappelijke fundament - centraal en niet de (lokale) beleidsregimes!

Naast deze manier van groter denken, is directe winst te behalen bij het kleiner doen. BRO kijkt bij ruimtelijke ontwikkelingen die plaatsvinden in en langs stroomgebieden of een directe verbetering te realiseren is in de algehele wateropgave. Door kwetsbaarheden inzichtelijk te maken en als integrale opgave mee te geven bij ruimtelijke ontwikkelingen, is een groot effect te bereiken. Afhankelijk van de locatie kunnen diverse maatregelen hier een bijdrage aan leveren. Bijvoorbeeld een minimale afstand van gebouwen tot de waterloop, ruimte maken voor waterretentie en creëren van watervertraging.

P00080_PFA_20210728_Noordwest+Europese+delta_visie_20210803_2-01.jpg
    Deel deze pagina
#

Meer weten over dit onderwerp?

Meer informatie?
Neem dan contact op met:
Bas van Wetten