De natuur in Nederland lijdt op dit moment onder verdroging en verzilting van de bodem. Met het stijgen van de zeespiegel en het gecontroleerd doorprikken van enkele dijken, zijn we genoodzaakt enkele grote natuurgebieden zoals de Biesbosch en Wieden-Weerribben, te ontwikkelen tot nieuwe bijzondere natuur op de overgang van zoet naar zout water. De overstromingsvlaktes zullen door de getijdewerking een dynamisch milieu creëren, met een overgang van zout naar zoet water. Daar kunnen bijvoorbeeld veel soorten watervogels en vissen leven.
We voorzien hier ook in nieuwe zoetwaterbassins. Op de plek van de Betuwe ontstaat een nieuwe, grotere Biesbosch. De nieuw opgespoten Waddeneilanden zijn een mekka voor de zeer biodiverse natuur van het duinlandschap. Dankzij het waterrijke natuurlandschap ontstaat een robuust, duurzaam netwerk van natuurgebieden.
Het inrichten van de natuur draait om behoud, herstel en ontwikkeling. Bosgebieden en andere grote natuurgebieden op de zandgronden blijven behouden en worden versterkt. We stellen voor deze gebieden te verbinden. Dat kan door de natuurlijke beken en rivieren te herstellen, door ze te omgeven met een groene mantel dwars door stedelijke gebieden. Deze beken en rivieren verbinden de zandgronden met de, deels overstroomde, klei- en veengronden. Het Natuurnetwerk ronden we af, en daarmee worden enkele grote natuurverbindingen compleet. Zo wordt de Veluwe op een robuuste manier verbonden met de Oostvaardersplassen en de Utrechtse Heuvelrug.
Meer weten over dit onderwerp?
Neem dan contact op met: