We staan aan het begin van een nieuw tijdperk: het postfossiele tijdperk, waarin we onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Niet alleen de energietransitie, ook de voedselproductie, mobiliteit en woonbouwopgave maken een ontwikkeling door. Al deze opgaven vragen ruimte. Een klimaatneutrale energievoorziening vraagt meer ruimte dan een fossiel energiesysteem. Zo wordt de impact van onze energievoorziening op de ruimtelijke structuur van Nederland exponentieel groter. Zonneparken, windturbines en transformatorstations schieten als paddenstoelen uit de grond en er worden jaarlijks tientallen kilometers kabels gelegd. In de nabije toekomst komen daar ook elektrolysers, waterstofleidingen, grootschalige batterijen en CO2- en waterstofopslag bij.
Ontwikkelingen op internationaal niveau
Nu is dan ook het moment om te werken aan eenduidige en heldere ruimtelijke structuren. De energievoorziening is hiervan een belangrijk fundament. Een fundament waar op dit moment hard aan gebouwd wordt. Deels op basis van bestaande structuren, maar ook nieuwe structuren worden gevormd. De ontwikkelingen in de energietransitie gaan snel. Dit betekent continu bijsturen van plannen en processen. Zeker gezien de ontwikkelingen op internationaal niveau. Zo zorgen de geopolitieke spanningen door de oorlog in Oekraïne voor onrust en schaarste op de energiemarkten en moet er in eigen land toch weer gekeken worden naar nieuwe gaswinningen om de afhankelijkheid van andere landen tot een minimum te beperken. Onzekerheden in de toekomst vragen om een andere strategische planning, waarbij de werkwijze zich continu aanpast aan voortschrijdend inzicht.
Toch is het van belang om de hoofdlijnen niet uit het oog te verliezen. Net als (spoor)wegen en kanalen beïnvloedt de (toekomstige) ligging van het energienetwerk de keuze van locaties voor industrie, woningen, kantoren en voorzieningen. Belangrijke toekomstige energiedragers én tegelijkertijd belangrijke ruimtelijke dragers, zijn de Delta Corridor en de landelijke waterstofinfrastructuur. De Delta Corridor is een bundel pijpleidingen tussen de Maasvlakte in Rotterdam en Chemelot in Geleen voor verschillende producten, waaronder CO2 en waterstof. Het landelijke waterstofnetwerk ('waterstofbackbone') wordt grotendeels gerealiseerd door bestaande leidingen voor aardgas geschikt te maken voor waterstof, zodat uitwisseling van waterstof tussen industriële clusters mogelijk wordt. De eerste procedurele stappen om deze twee hoofdstructuren mogelijk te maken zijn al gezet. Deze structuren zullen grote impact hebben op de vestigingslocaties van bedrijven door het creëren van nieuwe mogelijkheden en beperkingen.
Energiesysteem steeds bepalender
Uit de meest recente Klimaat- en Energieverkenning 2022 (KEV 2022) blijkt dat de industrie verantwoordelijk is voor bijna de helft van het jaarlijkse energiegebruik (47%). Het is dan ook logisch dat bedrijven investeringen steeds meer op de beschikbare energievoorziening baseren. Nu al limiteert de ruimte op het elektriciteitsnet de vestigingsmogelijkheden van bedrijven. In de toekomst zal het energiesysteem steeds bepalender worden voor de vestigingslocaties van bedrijven. Daar komt bij dat grote energievragers mogelijk een andere vorm krijgen. Een goed voorbeeld van een andere vorm van industrie is de transitie van Tata Steel naar (groene) waterstof. De grote industrieën van vandaag de dag zullen hoe dan ook veranderen.
Het situeren van energiehubs in of nabij een industriële omgeving ligt voor de hand. Hierdoor wordt overlast voor de omgeving zoveel mogelijk beperkt, veiligheid bevorderd en kunnen bedrijven direct profiteren van de energievoorzieningen. Voor een dergelijke concentratie van energievoorzieningen is veel ruimte nodig. Uit de Integrale Effectenanalyse bij het Programma Energiehoofdstructuur blijkt dat er 10 hectare ruimtebeslag nodig is voor een elektrolyser van 1 GW, 15 hectare voor een kerncentrale, en 10 hectare voor een elektriciteitsstation (velden). Bovendien is er voor grootschalige opslag door batterijen 1 km2 nodig voor 3.500 MW (of 1.400 MWh). Afhankelijk van te maken ontwikkelingen en keuzes in het energiesysteem richting 2050 kan het ruimtebeslag op een specifieke locatie behoorlijk veel groter zijn of er voor zorgen dat er nieuwe (hoogspannings)verbindingen gerealiseerd moeten worden. Dit is met name het geval op locaties in industrieclusters waar ook aanlanding van windenergie op zee plaatsvindt. De netbeheerders hebben al aangegeven dat de groei naar 21 gigawatt in 2031 hand in hand moet gaan met een stijgende, flexibele industriële elektriciteitsvraag aan de kust, omdat de transportcapaciteit niet voldoende zal zijn voor transport van de extra elektriciteit landinwaarts (KEV 2022).
Het inrichten van het energiesysteem kan dan ook niet los gezien worden van de ruimtelijk-economische structuur; de locaties van de (grote) industrieclusters. Door deze structuren te koppelen kan een belangrijke meerwaarde ontstaan voor de economie. Het is daarom van belang om hier rekening mee te houden bij het opstellen van beleid. Welke industrieprocessen hebben nog een toekomst in Nederland en op welke locatie? Welke nieuwe industrieclusters kunnen we verwachten en wat is hun impact op de omgeving? Alleen met een langetermijnvisie op de ruimtelijke inrichting van ons land is robuust en toekomstbestendig investeren in de energie-infrastructuur én in de economische structuur mogelijk.
Meer weten over dit onderwerp?
Neem dan contact op met: