Geef maatschappelijke voorzieningen de ruimte

10 januari 2024

Voor 2030 moeten meer dan 900.000 woningen worden gebouwd om nieuwe inwoners op te vangen en huidige inwoners te faciliteren. Tegelijkertijd vergrijst de samenleving, worden huishoudens kleiner en zien we de behoefte aan voorzieningen veranderen.
In gebiedsontwikkeling is veel aandacht voor woningtypen, werken en winkelen. Maatschappelijke voorzieningen zijn vaak het 'slachtoffer' van uiteenlopende ruimteclaims. Een gemiste kans, die zorgt voor onleefbare woongebieden in de toekomst.

BRO00065.jpg
Sportvelden

Wat verstaan we onder maatschappelijke voorzieningen?

Maatschappelijke voorzieningen zijn divers en kunnen ongrijpbaar zijn. De kernwaarden voor maatschappelijke voorzieningen zijn: zorgen voor elkaar, ontmoetingen tussen mensen stimuleren en inclusiviteit (iedereen kan er gebruik van maken). Maatschappelijke voorzieningen zijn vaak gebouwde voorzieningen zoals onderwijs, zorg, kunst en cultuur. Maar er zijn ook ongebouwde maatschappelijke voorzieningen zoals sportvelden, speelplekken en openbare ruimte die uitnodigt te bewegen, spelen en recreëren. Tussen de verschillende maatschappelijke voorzieningen zijn grote verschillen in ruimteclaims. Een tandarts of apotheek heeft bijvoorbeeld minder ruimte nodig dan een verpleeghuis of school. Ook verschilt de vestigingsstrategie en financiering per type voorziening, wat het extra complex maakt.

Overheid, maak beleid en stel kaders!

De visie op maatschappelijke voorzieningen is vaak, in samenhang met andere ruimtelijke thema’s, opgenomen in de omgevingsvisie. Dit is goed, maar de omgevingsvisie is vaak te abstract en te algemeen om specifiek te kunnen toepassen bij gebiedsontwikkelingen. Daarom is programmatisch beleid nodig.
Gemeenten Amsterdam en Den Haag lopen hierin al jaren voorop, en voeren actief beleid op maatschappelijke voorzieningen. Beleid gericht op referentienormen. Deze referentienormen zijn concreet en geven aan hoeveel inwoners per voorziening nodig zijn en wat de benodigde ruimteclaim is in m². Deze gemeentelijke referentienormen worden structureel toegepast in gebiedsprogramma’s en planontwikkeling.
In feite zou élke gemeente een dergelijk kader met referentienormen moeten hebben, gebaseerd op landelijke of provinciale normen in samenspraak met de sectoren.

Kaders geven ontwikkelperspectief

Als de overheid duidelijke kaders voor maatschappelijke voorzieningen meegeeft, kunnen ontwikkelaars hier rekening mee houden bij gebiedsontwikkelingen. Ook ontwikkelaars hebben belang bij het ontwikkelen van een aantrekkelijk en leefbaar gebied, maar het gaat om de juiste balans tussen wenselijkheid en uitvoerbaarheid. Door maatschappelijke voorzieningen te combineren met commerciële functies ontstaan sterke sociale en vitale wijken. Bovendien vergroot het de financiële haalbaarheid van planontwikkelingen.

Het blijft een proces van geven en nemen. Daarom is het aan te bevelen om in een gebiedsprogramma en masterplan onderscheid te maken tussen 'must have' en 'nice to have' maatschappelijke voorzieningen. Wat daadwerkelijk in het schetsontwerp en het omgevingsplan worden gepland hangt af van de beschikbare ruimte, ruimtelijke inpassing, financiële haalbaarheid en uitvoerbaarheid.

Aanpak voor compleet voorzieningenniveau

Maatschappelijke functies en commerciële functies versterken elkaar. BRO onderstreept het belang van een goede voorzieningenmix. We bekijken de behoefte vanuit de gebruiker van het gebied, en hebben nadrukkelijk aandacht voor de ruimtevraag van maatschappelijke voorzieningen. We houden rekening met slim en efficiënt ruimtegebruik. Onze integrale projectteams bestaan uit specialisten op het gebied van functies, gebiedsontwikkeling, stedenbouw en omgevingsrecht. We baseren onze adviezen en analyses op actuele trends en ontwikkelingen en om een beeld te krijgen van de vraag naar maatschappelijke voorzieningen worden landelijke kengetallen en referentienormen gebruikt. Maar we weten: elk gebied is uniek, en daarom kijken we ook naar het DNA van het gebied.

    Deel deze pagina
#

Meer weten over dit onderwerp?

Meer informatie?
Neem dan contact op met:
Lissa van der Hout