(On)bezorgd over bezorgdiensten?

21 september 2023

Gemeente ’s-Hertogenbosch ontving aanvragen voor de vestiging van bezorgdiensten. Naar aanleiding daarvan hebben zij besloten een paraplubestemmingsplan in procedure te brengen. Zo kunnen ze beter sturen op nieuwe vestigingen van bezorgdiensten. Voordat het paraplubestemmingsplan in procedure is gebracht, hebben zij een voorbereidingsbesluit vastgesteld. BRO heeft hen bij beide producten ondersteund.

PC101165.jpg

Een interview met de gemeente 's-Hertogenbosch

Wanda Blommensteijn van BRO sprak met Gineke Schalken (senior beleidsmedewerker detailhandel, horeca en leisure bij de gemeente ’s-Hertogenbosch) over het fenomeen van de bezorgdiensten en de wijze waarop de gemeente ’s-Hertogenbosch hiermee omgegaan is.

Tegen welke problemen liepen jullie aan?

"We ontvingen in een kort tijdsbestek een aantal aanvragen voor flitsbezorgers en we hadden geen goed kader om deze af te wegen. Ook de bestemmingsplannen waren hier nog niet goed op ingericht. Tegelijkertijd was er de vrees dat deze diensten ten koste zouden gaan van de levendigheid in wijkwinkelcentra en tot overlast zouden leiden. Op dat moment was het een relatief nieuw fenomeen en het was lastig in te schatten wat het op termijn voor effecten zou hebben."

"We hebben hierover ook contact gehad met andere gemeenten en die liepen tegen dezelfde vragen aan. Al vrij snel kwamen wij tot een heldere lijn waarbij we bezorgdiensten als distributiebedrijf beschouwen en er ook op die manier op willen sturen."

Hoe was het contact met de betreffende ondernemers?

"Het contact was goed. Uit de gesprekken met de ondernemers bleek wel dat zij zichzelf meer als winkel zien, terwijl wij hen vooral als distributiebedrijf zien. Voor de planologische sturing in het bestemmingsplan is dit onderscheid van belang omdat de effecten anders zijn. Voor ons is vooral belangrijk dat bezorgdiensten geen winkelfunctie bevatten (geen meerwaarde voor een winkelcentrum) en tot verkeers- en parkeer en geluidsoverlast kunnen. Daarom passen zij beter op een bedrijventerrein. Onze bedrijventerreinen liggen relatief dichtbij de woonwijken, waardoor de bezorgdiensten alsnog relatief snel bij de klant kunnen zijn. Bij een gemeente als Amsterdam is dat waarschijnlijk  anders."

Waarom hebben jullie voor deze strategie (voorbereidingsbesluit + paraplubestemmingsplan) gekozen?

"Door het voorbereidingsbesluit konden we snel grip krijgen op nieuwe aanvragen. Met een paraplubestemmingsplan kun je relatief eenvoudig gemeentebreed een planologisch kader vastleggen omdat je meerdere bestemmingsplannen tegelijk kunt wijzigen voor 1 thema."

Zetten jullie ook andere instrumenten in?

"We merken dat er bij horeca- en detailhandelsvestigingen ook ondergeschikt bezorgservices plaatsvinden. Deze kunnen tot overlast leiden. Daarom willen we de APV aanpassen om parkeeroverlast tegen te gaan."

Wat zijn leerpunten die jullie uit dit traject meegenomen hebben?

"Op voorhand was het lastig om de effecten van flitsbezorgers op de lange termijn goed in te schatten. Een tijdje was flitsbezorging een hot item in gemeenteland. We merkten dat er bij verschillende gemeenten wat koudwatervrees was om hierop door te pakken. Wij hebben dat wel vrij snel gedaan waardoor we in ieder geval 1 ongewenste vestiging hebben kunnen voorkomen. Ook hebben we het onderwerp verbreed naar bezorgdiensten in het algemeen en dus niet alleen flitsbezorgers. Op die manier hopen we een toekomstbestendig toetsingskader te creëren. Achteraf lijkt het met de effecten van de flitsbezorgers mee te vallen doordat veel flitsbezorgers overgenomen worden.
Wat wel een aandachtspunt van ons is, is dat de reikwijdte van het bestemmingsplan niet altijd passend is bij de sturingsvraag die wij hebben. Sommige zaken mag je eenvoudigweg niet regelen in een bestemmingsplan. Denk bijvoorbeeld aan zaken die samenhangen met de openbare orde. Die aspecten moet je in de APV regelen, maar zijn wel vervlochten met aspecten die het bestemmingsplan regelt."

"Een goed voorbeeld van de beperkte reikwijdte van het bestemmingsplan is ook het onderscheid tussen ‘fastfood’ en reguliere etenswaren. Het lijkt erop dat dat onderscheid ook niet gereguleerd mag worden in het toekomstige omgevingsplan. Terwijl gezondheid toch één van de doelen van de Omgevingswet is. Dat maakt het soms lastig om tot een integraal sturingskader te komen."

Gineke_Schalken.jpg
Gineke Schalken (senior beleidsmedewerker detailhandel, horeca en leisure bij de gemeente ’s-Hertogenbosch)
    Deel deze pagina
#

Meer weten over dit onderwerp?

Meer informatie?
Neem dan contact op met:
Wanda Blommensteijn